Twee uur na het passeren van Bologna strekt de Adriatische zee zich voor ons uit. Waar links van ons het azuurblauwe water lonkt, rechts van ons het mooie groene heuvellandschap met velden vol zonnebloemen en gewassen… Le Marche.
Vakantie in Le Marche en Umbrië, een nieuw stukje Italië om te ontdekken. Vanaf het begin van het jaar heb ik tal van reisbladen gezien (en gekocht) waar op de cover te lezen was over Le Marche, “onontdekte schoonheid”, “het zusje van Toscana“. Een gebied dat qua landschap Toscane evenaart maar nog puur. Wij besluiten de proef op de som te nemen en het zelf te gaan ontdekken.
Le Marche
Uitvalbasis is La dolce vallata in het dorpje Montefiore del’ Aso. Of je nu in noordelijke of in zuidelijke richting over de SS 16 Adriatico rijdt, de kustweg trakteert je altijd op een mooie route. In het noorden kun je bij Porto Recanati de SS16 verlaten en de SP 1 volgen. Dit is de oude kustweg die door Nationaal Park Monte Conore slingert, naar Ancona, de hoofdstad van Le Marche. We worden getrakteerd op geweldige plaatjes van azuurblauw water, de kliffen en witte stranden. De weg voert langs kleine karakteristieke plaatsjes zoals Numana en Sirolo en Portonova.
Parco Monti Sibillini
Binnen 2 uur vanaf de kust ben je in de Sibilijnse bergen, uitlopers van de Apenijnnen. De bergen Vettoretto, Vettore, Siblla domineren in het zuidelijke deel van het park het landschap. Monte Vettore is met 2476 meter de hoogste berg. Vanuit het hele kleine dorpje Foce kun je wandelen naar Lago di Pilato, dat op 1940 meter ligt. Een wandeling die zonder pauze 6 uur in beslag neemt en waarbij je 995 klimt. De autoroute door het park is zeer de moeite waard. Nog mooier is overigens de route in het noorden van het park, vanaf Amandola richting het grote stuwmeer Lago di Fiastra. Je rijdt hoog door de bergen en het is hier stil. We komen maar weinig mensen tegen.
Het binnenland tussen de zee en de bergen brengt je weer in een heel andere wereld. De wegen kronkelen door het landschap. Ik ben gestopt met het tellen van het aantal bochtjes! Het is draaien, draaien, draaien! Velden met zonnebloemen, mais en andere gewassen, bossen. Het landschap is erg afwisselend en bij ieder bochtje is het uitzicht op de dalen weer anders. Op de toppen van de heuvels worden torens van burchten, kathedralen en vestingsmuren door de zon in de spotlights gezet. Ieder dorpje en stadje heeft zo haar eigen Middeleeuwse glorie waardoor je gewoon weg overal even wilt stoppen om te struinen door de smalle steegjes binnen de oude dikke stadsmuren. Ripatransone is zo’n stadje. Een wijnstad met 4337 inwoners en 13 kerken. Gelegen op 500 meter hoogte en volledig omgeven door stadsmuren. Vanaf hier heb je werkelijk een prachtig uitzicht op het kenmerkende landschap van Le Marche.
Ascoli Piceno
De stad die je werkelijk moet bezoeken is Ascoli Piceno, de hoofdstad van de gelijknamige provincie in het zuiden van Le Marche. Vanaf Montefiore rijden we hier in een uur naar toe. Ascoli Piceno is één van de mooiste steden van Italië. De oude stad is ook hier nog omgeven door de stadsmuren. Mooie straatjes en pleinen met rijkelijk gedecoreerde gebouwen. Om je ogen uit te kijken.
Piazza del Popolo is het hart van de stad en kan in een adem genoemd worden met andere prachtige pleinen in Italië. Hier komen de Ascolanen ’s avonds bijeen om te flaneren, de passeggiata. Het plein wordt in het midden gedomineerd door het Palazzo dei Capitani de Popolo. Aan de rechterkant staat de dom San Franceso. Links van de portaal de Loggia dei Mercanti, een overdekte doorgang waar vroeger de marktkooplieden hun waren uitstalden. Nu vind je hier Ascolaanse mannen op leeftijd die met elkaar de dag doornemen en genieten van het schouwspel op straat.
Tijdens een ons bezoek aan Ascoli maken we de dag mee dat de beschermheilige van de stad, Sant’Emidio wordt vereerd. Basilicum is hier onlosmakelijk mee verbonden. Overal lopen mensen met bosjes basilicum en je struikelt bijna over de grote manden vol basilicum. Waar we ook zijn, de geur van basilicum is overal!
Als je in Ascoli bent, vergeet niet een glaasje Anisetta te drinken bij Caffè Meletti voor een glaasje Anisetta, een beroemd likeur gebrouwen door Silvio Meletti, die in 1904 dit prachtige oude cafe opende. Vergeet ook niet een portie Olive Ascolane te eten.
Le Marche verder ontdekken
- Bezoek aan pelgrimsoord Loreto.
- Grotte di Frasassi, een grottenstelsel van maar liefst 18 km lang.
Umbrië
Na twee weken Le Marche zetten we koers naar Umbrië. We rijden door een indrukwekkend landschap van hoge rotsformaties en bossen. Na anderhalf uur zijn we bij Città di Castello waar we de afslag nemen en de klim maken naar Monte Santa Maria Tiberina. Een lieflijk plaatsje met 66 inwoners, vernoemd naar de berg waarop zij gelegen is.
Assisi
Jaarlijks komen er duizenden pelgrims naar Assisi om zich te verdringen bij San Francesco, de dubbele kerk die de westkant van de stad domineert. Assisi ligt hoog in de heuvels en als je aan komt rijden zie je de arcaden van de imposante kathedraal al van verre. De kerk bestaat uit twee delen. De onderkerk is grafstede van de heilige Franciscus en pelgrimskerk. Ik vind het bijzonder om mee te maken hoe de pelgrims de heilige vereren bij zijn graf.
In de bovenkerk worden missen en diensten opgedragen voor de burgerij van Assisi. De bovenkerk wordt gesierd door talloze fresco’s die aan de ene kant het leven van St. Franciscus vertellen en aan de andere zijde het lijdensverhaal van Jezus. Duizelingwekkend zijn de fresco’s die zo goed behouden zijn. De fresco’s maken de kerk zo decoratief dat in het interieur van de kerk verder weinig andere decoratie te vinden is. Maar goed ook: het zou alleen maar afleiden. Tussen de groepen toeristen door, hobbelen de pelgrims in groepjes achter monnikken aan door de smalle straten van Assisi.
Perugia
Een stad van een heel andere orde is Perugia. Perugia ligt hoog in het heuvellandschap en torent boven alles uit. Sinds 1308 is Perugia een universiteitsstad, de zetel van de aartsbisschop, cultureel centrum en industrie-, congres en toeristenstad. Om van de parkeerplaats naar de historische binnenstad te komen, wandel je door Rocca Paolina, een pauselijk vesting gesticht in de 16e eeuw, die goed bewaard is gebleven.B ij de uitgang tegenover het luxe hotel Brufani vind je de Giardini Carducci. Een klein park met beelden dat als balkon fungeert en vanwaar je ver over Umbrië uit kunt kijken.
In het historische centrum domineren rondom het Piazza IV Novembre, allerlei historische gebouwen: duomo San Lorenzo, Palazzo dei Priori, Collegio del Cambio en Collegio della Mercanzia. Rijkelijk versierde gebouwen met elk een mooi trappenbordes. In het midden van het plein staat de Fontana Maggiore. Perugia voelt als een warme deken om je heen. Hier zou ik me goed thuis kunnen voelen. Naast al deze historie en musea, kun je hier ook goed winkelen.
Umbrië verder ontdekken
- Lago Trasimeno, het grootste meer van het gebied. Je kunt goed om het meer heen rijden en onderweg tal van plaatsjes bezoeken. Gelegen in de heuvels en aan het meer is Castiglione del Lago de grootste trekpleister. Het is een van de mooist gerestaureerde middeleeuwse stadjes aan het meer. Vanuit Tuoro kun je met de pont over naar Isola Maggiore, een eiland in het meer.
- Ontdek de zuidelijke steden Orvieto en Spoleto.
- Waan je in de Middeleeuwen in Gubbio.
La cucina Italiana
Eten en drinken, ook dat is Italië! Op onze tweepits kooktoestel wisten wij iedere avond met de verse ingrediënten van de kleine delicatessenafdeling van de dichtstbijzijnde supermarkt in Le Marche iedere avond een echt Italiaanse maaltijd te bereiden. De pasta met verse pesto was hierbij onze favoriet, maar de gevulde aubergines en tomaten voor op de grill zijn minstens zo goed!
La locanda del Fano, Pedaso
In Pedaso vonden we in een achteraf straatje een alleraardigst restaurantje La locanda del Fano, waar je je laat verrassen door het menu della casa. Van heerlijke zachte warme ricotta tot flensjes met spinazie, vis met vers gebakken brood. Als ik er aan terug denk, loopt het water me nog in de mond. Met daarbij natuurlijke een goede fles wijn.
La Pieve in Altidona, Le Marche
Het heerlijkste aten we in La Pieve, een kleine agriturismo in Altidona, aan de andere kant van het dal in Le Marche. Het lag zo verscholen, dat we bijna de moed om het te vinden haast hadden opgegeven. Maar de aanhouder wint, en zo ook deze avond. Het eten hier was een feestje. Beginnend met vino bianco en aqua licio (bronwater zonder bubbels) waren daar de anti pasti. Welgeteld 6 schaaltjes met de verrukkelijkste hapjes en brood. Onze buiken zaten al vol en daar kwam de primi: pasta fatte in casa. De secondi bestond uit vitella al forno con patate agnello en pollo e coniglio grigliate. En als dessert een meesterlijke tiramisu van witte chocolade.