In de afgelopen weken las ik Cheryl Strayed’s Wild, over haar hike van 1600 kilometer op de PCT. Het was alsof je met haar mee wandelde en denkend: “hoe zou het zijn om daar te wandelen?”
De Pacific Crest Trail (PCT) is een langeafstandspad voor wandelaars in de bergachtige gebieden in het westen van Noord-Amerika. De PCT loopt langs de hoogste delen van de Sierra Nevada en de Cascade Range, die zo’n 160 à 240 km ten oosten van de Amerikaanse Stille Oceaankust liggen.
Van zuid naar noord
Het pad begint in het zuiden in het plaatsje Campo (Californië) op de grens met Mexico. Van daaruit loopt de Pacific Crest Trail noordwaarts langs heuvelruggen en bergketens. Het pad doorkruist 25 nationale bossen, 7 nationale parken en verschillende beschermde wildernisgebieden. Het pad steekt de staten Oregon en Washington door alvorens z’n noordelijke terminus te bereiken juist over de grens met Canada in het Manning Park in Brits-Columbia. De totale lengte van het pad bedraagt 4286 km. Het hoogteverschil bedraagt ongeveer 4000 m. De hoogste bergpas is de Forester Pass.
PCT
In 1968 werd het Pacific Crest Trail aangeduid als National Scenic Trail, alhoewel het officieel niet voltooid was tot in 1993. Het idee voor het langeafstandspad kwam van Clinton C. Clarke in 1932. Het lijkt me dat het lopen op het PCT of gewoon zo’n prestatie te leveren wel een enorm gevoel van triomf geeft. En een gevoel van nederigheid als je zo met de elementen wordt geconfronteerd. Petje af voor deze hikers op het PCT!
Tot slot nog een leuk weetje over het PCT. Wist je dat onlangs heeft uitgewezen dat er minder mensen het PCT hebben gelopen dan mensen de Mount Everest hebben beklommen? Ik vraag me dan af: “Is het lopen van de totale PCT (in één keer) veel moeilijker is dan het beklimmen van de hoogste berg op aarde?”
(bronnen: wikipedia en pcta.org)